Coderen in het dagelijks leven

Iedereen maakt bewust en onbewust gebruik van codes in het dagelijks leven. Veel mensen schrikken van het woord coderen en denken dat je vervolgens hoog technische taal gaat uitslaan wat alleen computers en de grootste nerds ter wereld kunnen begrijpen, toch is iedereen bezig met codes. Het is bijvoorbeeld voor een beetje professioneel bedrijf een noodzaak om goed coding and marking toe te passen. Een goed coderingssysteem zorgt er voor dat werknemers ontlast worden en de efficiëntie van het verrichtte werk toeneemt, daarnaast gaat uiteraard ook weer de kwaliteit van het product omhoog.

Zelfs in de middeleeuwen was men al druk bezig met het coderen van producten, zei het in zeer primitieve vorm. De Engelse koning Hendrick labelde bijvoorbeeld zijn zwaarden en vrouwen, zo kon hij precies zien wat wat was en wie wie was. In de renaissance kwam hier een verandering in doordat de ponskaart werd uitgevonden. Dit was een kaart met een aantal gaatjes of puntjes die een bepaald proces konden automatiseren. Zo gebeurde het dat draaiorgels uit zichzelf muziek konden maken, of het weefgetouw automatisch ging weven. De ponskaart werd meer en meer toegepast en kende zijn hoogtijdagen in het interbellum tussen de eerste en tweede wereldoorlog. Steeds meer processen werden geautomatiseerd. Toch hoorde men steeds vaker een schreeuw om digitalisering van de ponskaart. Dit gebeurde in de jaren 70 met de introductie van de streepjescode. Deze code valt inmiddels niet meer weg te denken uit onze samenleving. Je kan de code terugvinden in zo een beetje in elke winkel, maar ook een heleboel andere toepassingen zijn mogelijk. Fabrieken markeren hun producten aan de hand van streepjescodes en ziekenhuizen markeren zo hun patienten en hun gegevens. Op vliegvelden wordt de code gebruikt om te zorgen dat de juiste bagage in het juiste vliegtuig terecht komt. Kijk op KBA-metronic.com voor meer toepassingen op het gebied van coderen.